Romeinse villa Holsthum
Holsthum
De Romeinen hadden meestal een goede smaak bij het kiezen van hun bouwplaatsen en oriënteerden hun woongebouwen vakkundig op de zon. Dit was ook het geval in Holsthum. De zuilengalerij met het grote portaal baadde van 's morgens vroeg tot 's avonds laat in het licht. Wie de symmetrisch gebouwde villa rustica binnenging, kwam in een centrale hal waar werd gewerkt en de boerderij werd gerund. Er was hier ook een kleine ijzersmederij, waar soms munten werden geslagen. Vals geld? Waarschijnlijk niet. Het was waarschijnlijk de officieel getolereerde productie van schaars kleingeld vanaf ongeveer 275 na Christus. Een trap leidde van de hal naar de kelder, waar je nu - bijna 2000 jaar later - nog steeds naar beneden kunt lopen. Aan de hal waren woon- en werkvertrekken verbonden, met daarboven een tweede verdieping. Voedsel werd gerookt en gedroogd aan de achterkant van het huis. De badkamer bevond zich in een van de twee zijuitbouwen.
Het landgoed was zeker niet geïsoleerd. Er werden minstens 120 mensen begraven op twee crematiebegraafplaatsen.
Een halte op de wegen van de Romeinen ("Straße der Römer").
Herbeleef het verleden:
Krijg je eigen beeld van het verleden: met de gratis ARGO-app kun je de villa ter plekke op originele grootte en in 360° bekijken met behulp van augmented reality. Download de gratis ARGO app
Tip:
- Het museum in het natuurparkcentrum Teufelsschlucht in Ernzen herbergt een gedetailleerde maquette van de Villa rustica van Holsthum, gebouwd door schoolkinderen en verlevendigd met handgemaakte tinnen figuren.
- De Romeinse Villa Holsthum kan bijvoorbeeld worden bezocht op de Holsthum-rondweg.
Wil je meer weten?
Het hoofdgebouw van het Romeinse landgoed bij Holsthum op de helling hoog boven de Prüm werd rond 100 na Christus gebouwd. De symmetrische plattegrond met een zuilenhal die open is naar het dal en twee hoektorens aan de zijkanten is typerend voor deze periode. Verrassend genoeg vonden de archeologen geen bewijs van een verwarmde woonruimte in de overblijfselen van het grote huis en werd het nooit verbouwd.
Het bouwmateriaal voor het imposante gebouw, dat meer dan 47 meter breed en bijna 24 meter diep is, was Luxemburgse zandsteen uit de omgeving. De muren werden gepleisterd en geschilderd: De plint was rood, de muren erboven wit. De daken van alle delen van het gebouw waren bedekt met dakpannen. Er zijn ook fragmenten van gekleurd pleisterwerk en vensterbeglazing bewaard gebleven. Een trap leidde naar het portiek en vandaar naar het kerngebouw met vijf kamers. De oven in de hoek van de grotere hoofdkamer werd duidelijk niet alleen gebruikt om te koken, maar ook om te smeden. De trap naar de eerste verdieping van het gebouw bevond zich in een kamer aan de achterkant. Nauwelijks betreden zandstenen treden leiden naar de kelder, waar de bakstenen pilaren die een houten balkenplafond ondersteunden nog steeds te zien zijn. Nissen in de muren werden waarschijnlijk gebruikt om lampen of vaten in te bewaren. Achter een barrière van vlechtwerk in de keldervloer van aangestampte aarde werden waarschijnlijk speciale opslaggoederen bewaard. In de noordwestelijke hoektoren van het huis bevond zich het badgedeelte met alle ruimtes die typisch waren voor een Romeins bad. Ten minste een deel van dit grote huis werd bewoond tot rond het midden van de 4e eeuw. Het is mogelijk dat het gedeeltelijk werd verwoest tijdens de Germaanse invasies in de 3e eeuw.
De meest interessante vondsten uit het gebied van de villa zijn dunne bronzen staafjes met inkepingen en platte en nog niet afgevlakte bronzen mallen. Deze bewijzen dat er een kleine muntwerkplaats bestond in Holsthum, waar munten werden geslagen uit gesmolten bronzen voorwerpen in tijden van schaars kleingeld rond 275 na Christus.